Houd je ook niet van ‘leefregels’?
Als vrijheidslievend mens die graag haar eigen gang gaat, krijg ik kriebels alleen al van het woord ‘leefregels’. En toch schrijf ik hier over leefregels. Wil je weten waarom? Ik ga het hier onthullen.
Aan het begin van een nieuw jaar heb ik de gewoonte om (enigszins) op te ruimen en te ‘ont-spullen’. Eerst ga ik dan door mijn boekenkast en bepaal ik van welke boeken ik afscheid ga nemen. Of het echt tot ont-spullen leidt, betwijfel ik. Want er komen altijd weer nieuwe boeken bij. Zo zijn er de afgelopen tijd drie belangrijke boeken bijgekomen. Belangrijk, omdat ze impact hebben op mijn manier van kijken, denken en leven.
Op reis?
Tijdens de warme zomerdagen van 2019 las ik ‘Grand Hotel Europa’ van Ilja Leonard Pfeijffer. Een boek dat mij niet los liet, een fascinerende mengeling van non-fictie en fictie, hoewel ik dat laatste natuurlijk niet echt kan weten. In non-fictie schrijft Pfeijffer indringend en confronterend over de effecten van het moderne massatoerisme, ook in Nederland. Pfeijffer woont al jarenlang in Italië, dat in Europa een treurige eerste positie inneemt als het gaat om overstromingen van toeristen, opgewekt door Lonely Planet, Airbnb, spotgoedkope vliegtickets en social media. Onlangs las ik in een krantenartikel hoezeer reizen een onderdeel is geworden van onze identiteit. Je bent pas iemand als je laat zien waar je allemaal geweest bent. Dan gaat het om een culturele, culinaire, sportieve, avontuurlijke of welke gewenste identiteit dan ook. In hetzelfde artikel las ik ook dat van het leren kennen van andere culturen- vaak genoemd als reden voor vertrek – in de praktijk niet veel terecht komt. Als toerist blijven we per definitie ‘op afstand’, tenzij je ergens langer zou kunnen blijven en ook de taal (een beetje) spreekt.
Dit alles lezende, heb ik mezelf afgevraagd: Wat voor reiziger ben ik? En wat voor reiziger wil ik zijn? Wetend dat de reis naar binnen vele malen belangrijker is dan welke reis naar buiten ook. Zo ontstond als vanzelf een soort leefregel die bestaat uit een aantal vragen die ik aan mezelf stel zodra ik ‘op reis’-gedachten krijg:
- Wat zijn mijn motieven om op reis te willen?
- Als ik ga, hoe kan ik de voetstap die ik achterlaat, tot een minimum beperken?
Het nieuws?
Rond de jaarwisseling las ik het vuistdikke boek van Rutger Bregman ‘De meeste mensen deugen’. Ook een indringend en confronterend boek. Zo las ik dat vele waarheden over de menselijke natuur, ontleend aan tal van onderzoeken uit de (sociale) psychologie – die ik ook jarenlang geleerd en geloofd heb – heel anders zijn dan ooit bleek uit publicaties van op aanzien beluste onderzoekers en van media. Bregman baseert zich op nieuwe onderzoeken en gaat ook zelf op onderzoek uit, in de hele wereld. Hij schrijft het allemaal toegankelijk op in hapklare hoofdstukken. Tegen het eind van deze intensieve reis door hele en halve onwaarheden bekroop mij de gedachte “En nu?” Op dat moment presenteert Bregman tien leefregels. Een van die tien viel mij meteen op, omdat die iets ‘goeds’ als empathie ter discussie stelt. De regel luidt ‘Temper je empathie, train je compassie’. Bregman toont aan dat empathie doodvermoeiend is (veel hulpverleners weten daar alles van!) en dat het je blik vernauwt. Door empathisch betrokken te raken, heb je geen oog meer voor alles wat er ook nog is. Het gaat niet om voelen ‘met’ maar om gevoel hebben ‘voor’.
Een andere leefregel die Bregman presenteert, is ‘Mijd het nieuws’. Deze regel breng ik in praktijk sinds een jaar of zes geleden de TV kapot ging en nog altijd niet is vervangen. Feitelijk luidt mijn regel dus ‘Mijd het TV-nieuws’.
Bregman noemt het voortdurend volgen van nieuws de grootste verslaving van onze tijd. Ik ervaar soms ook de verslavende werking ervan. Bijvoorbeeld even gauw Nu.nl kijken …. Omdat ik niet graag verslaafd wil zijn, een paar leefregels zoals:
- Wat zijn mijn motieven om nu het nieuws te willen zien/horen?
- Heb ik het nieuws op dit moment nodig?
- Gaat mijn behoefte aan nieuws over het vervullen van een reële behoefte?
De tien regels van Bregman gaan in feite allemaal over de vraag hoe wij mensen met elkaar omgaan. Een mooie introductie voor het derde boek.
Ongelukkig zijn?
Dit boek heet ‘De kunst van het ongelukkig zijn’ van de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter. Na de dikke pillen van Pfeijffer en Bregman een lekker dun boekje. Wat De Wachter zegt, is niet omvangrijk maar wel zinnig. Als ongeluk op ons pad komt, willen we het wegdenken of wegmoffelen. Als we ons slecht voelen, hebben we de neiging om ons te begraven in onszelf, muren op te trekken. De leukigheidscultuur die de sociale media beheerst maar ook veel levens van mensen, heeft als norm: succesvol, onvermoeibaar, geslaagd, gelukkig en volop reizend natuurlijk! We hebben niet vaak de reflex om over onze ongelukkigheden te praten of om een aanwezige houding en luisterend oor te hebben voor die van een ander. Als we dat wel zouden doen, zouden we kunnen ervaren wat misschien wel het meest waardevol is: reële nabijheid of intimiteit. Een indringend en confronterend boek over de vraag hoe wij met elkaar omgaan. Vandaar weer een paar leefregels.
- Hoe ga ik om met mijn eigen ongelukkigheden als die zich voordoen? Hoe open ben ik dan? Of hoe gesloten?
- Hoe aanwezig en luisterend ben ik bij de ongelukkigheden van anderen?
Mijn leefregels zijn geen voorschriften. Het zijn vragen voor zelfreflectie en voor reflectie samen met anderen. Heb jij leefregels? Hoe zien die eruit?