Met wie vergelijk jij je?
“Als ik mezelf vergelijk met anderen, is er altijd één die verliest en dat ben ik!” (Byron Katie)
Jezelf met anderen vergelijken is voor de meesten van ons zo’n automatisme dat het onbewust en als vanzelf gaat: hij is beter/minder dan …., zij zijn beter/minder dan …, ik ben beter/minder dan …. In de vergelijking kun je dus ook winnen. Of niet? Hoe werkt dat?
Ik heb me veel vergeleken met mensen die iets konden wat ik niet kon of die iets wisten wat ik niet wist. Dat werkte stimulerend om zelf aan het werk te gaan, me ergens in te verdiepen of te ontwikkelen. Dat is een bekend verschijnsel waar het om draait in (top)sport of andere competitieve omgevingen: beter worden!
Vergelijking en competitie kunnen je dus iets waardevols brengen.
En tegelijk neemt het iets weg. ‘Beter willen worden’ vanuit de vergelijking met anderen is een vernauwing in je manier van kijken en denken: je ziet alleen wat er niet is en je let bij anderen vooral op wat die wel hebben wat jij (nog) niet hebt:
een bepaald uiterlijk, een vaardigheid of talent, geld of succes, macht of invloed, relaties of spirituele ontwikkeling, en zo gaat dat eindeloos verder.
Het belangrijkste wat we dan missen, is zien wat er wél is en dat volledig waarderen. Zowel bij mezelf als bij anderen. Dat opent de weg naar een andere manier van kijken. Zo ontdek ik hoe ieder mens mij iets kan leren. Juist degene die ik om een of andere reden niet zo zag zitten.
Waarderen wat er wel is, bij mezelf en bij anderen, klinkt als een open deur. Je hoort dan vaak zeggen: “Je moet accepteren”. En dat is het niet voor mij. Het vraagt actieve inzet, soms hard werken om waarderend te leren kijken naar jezelf, naar wie je werkelijk bent én naar anderen. Dat is niet snel gerealiseerd. De weg naar eenvoud is een lange weg.
Waar zit in jouw leven of werk de vergelijking, de competitie met anderen? Wat levert jou dat op? En wat zie je daarbij over het hoofd, bij jezelf en bij anderen?